Zijn uw bestemmingsplannen Dienstenrichtlijnproof?

De EU Dienstenrichtlijn maakt het noodzakelijk dat brancheringsregels in bestemmingsplannen voldoen aan eisen van non-discriminatie, noodzakelijkheid en evenredigheid.

Dit is niet alleen relevant voor nieuwe bestemmingsplannen, maar ook voor bestaande bestemmingsplannen. Deze kunnen immers in het kader van een procedure rond een vergunning of verzoek om handhaving onverbindend worden verklaard. Wij kunnen u helpen bij een risico-inventarisatie.

In veel bestemmingsplannen zijn brancheringsregelingen ten aanzien van detailhandel opgenomen. Deze regelingen proberen in het algemeen de detailhandelsstructuur van de gemeente te beschermen, zodat het (stads)centrum leefbaar blijft en leegstand wordt voorkomen. Een voorbeeld van een brancheringsregeling is de regeling op grond waarvan detailhandel in niet-volumineuze goederen buiten stadscentra niet is toegestaan. Ook een regeling die op een bepaalde locatie een bepaald minimum- of maximumvloeroppervlak voor detailhandelsvestigingen vereist, is een voorbeeld van een dergelijke brancheringsregeling.

Het arrest van het Hof van Justitie EU van 30 januari 2018 in de zaak Appingedam maakte duidelijk dat de ruimtelijke motivering van deze detailhandelbeperkende regelingen moet voldoen aan de eisen die de EU Dienstenrichtlijn stelt. Het Hof oordeelde immers dat detailhandel als dienst in de zin van de richtlijn moet worden gezien. De eisen die in de richtlijn worden genoemd zijn: non-discriminatie, noodzakelijkheid en evenredigheid. Vooral bij die laatste eis gaat het in de bestemmingsplanpraktijk nogal eens mis. Het evenredigheidsvereiste vergt namelijk dat de regeling geschikt en effectief moet zijn om het nagestreefde doel te bereiken en dat dit doel niet kan worden bereikt met minder beperkende middelen. Ook in de zaak Appingedam wrong hier volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de schoen. In een (tussen)uitspraak oordeelde de Afdeling op 20 juni 2018 dat de gemeenteraad van Appingedam had nagelaten de evenredigheid van de brancheringsregeling te onderbouwen aan de hand van een analyse met specifieke gegevens. Sinds de tussenuitspraak is er een behoorlijke stroom aan Afdelingsjurisprudentie op gang gekomen die meer inzicht biedt in welke onderzoeken de gemeente moet laten uitvoeren. De belangrijkste uitspraken worden in bijgaand paper besproken. Het is nog wachten op de definitieve uitspraak van de Afdeling in de zaak Appingedam. Deze wordt ieder moment verwacht.

Recent is vooruitlopend op de Landelijke Handreiking Dienstenrichtlijn van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken en Klimaat, het IPO en de VNG door de Retailagenda de leidraad ‘Risico-inventarisatie Dienstenrichtlijn’ opgesteld. Deze risico-inventarisatie biedt handvaten om erachter te komen of bestemmingsplannen in strijd zijn met de EU Dienstenrichtlijn. Mocht u hierbij hulp willen, dan kunt u ons te allen tijden benaderen.

Afdrukken