Ladder voor duurzame verstedelijking

Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen en leegstand van vastgoed te voorkomen is de Ladder voor duurzame verstedelijking (hierna: Ladder) onder de Omgevingswet gecontinueerd en als instructieregel opgenomen in artikel 5.129g Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

Deze regel bepaalt dat de Ladder betrekking heeft op een stedelijke ontwikkeling die voldoende substantieel is. De aard en omvang van het woningbouwplan in relatie met de omgeving bepaalt of het plan voldoende substantieel is. De behoefte aan die nieuwe stedelijke ontwikkeling moet daarmee worden aangetoond. Alleen wanneer het gaat om een 'nieuwe' stedelijke ontwikkeling moet de Laddertoets worden uitgevoerd.Voor ontwikkelingen buiten het bestaand stedelijk gebied moet ook worden gemotiveerd waarom deze niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan komen. In artikel 5.129g Bkl staat dat het stedelijk gebied ook het stedelijk groen aan de rand van de bebouwing van stedelijk gebied bevat. Door deze formulering is dat stedelijk gebied hetzelfde gebied als onder het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel 5.129g Bkl geeft geen ondergrens aan. In uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn hiervoor lijnen uitgezet. Bij woningbouw is vanaf 12 woningen sprake van een stedelijke ontwikkeling die ladderplichtig is. In de overzichtsuitspraak van 28 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1724), onder 6.3, heeft de Afdeling overwogen dat wanneer een bestemmingsplan voorziet in niet meer dan 11 woningen die gelet op hun onderlinge afstand als één woningbouwlocatie als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Bro, kunnen worden aangemerkt, deze ontwikkeling in beginsel niet als een stedelijke ontwikkeling kan worden aangemerkt.

Het bestemmingsplan ‘Patrijzenweg Noord Oud-Vossemeer’, vastgesteld door de gemeente Tholen op 21 april 2022 maakt de bouw van 11 woningen mogelijk aan de noordzijde van de Patrijzenweg in Oud-Vossemeer. Het plangebied bestaat uit drie niet-aaneengesloten delen. Op het westelijke en centrale deel maakt het plan in elk deel 4 wooneenheden mogelijk. Op het oostelijke deel maakt het plan 3 wooneenheden mogelijk. In de toelichting is niet getoetst aan de ladder voor duurzame verstedelijking omdat er sprake is van 11 woningen. Appellanten voeren aan dat in dit geval wel moet worden getoetst aan de ladder omdat het aantal woningen is teruggebracht van 12 naar 11 om de laddertoets te ontwijken en dat die twaalfde woning alsnog mogelijk gemaakt is in de buurt van het plangebied. De Afdeling bestuursrechtspraak van de raad van State (hierna: de Afdeling) oordeelt in haar uitspraak van 6 maart 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:965) dat de twaalfde woning een zelfstandige ontwikkeling is die door een andere ontwikkelaar met toepassing van een andere procedure tot stand is gekomen. Het bestemmingsplan ‘Patrijzenweg Noord Oud-Vossemeer’ maakt zelf maximaal 11 woningen mogelijk. Gelet daarop is de Afdeling van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro niet van toepassing is, omdat het plan niet voorziet in een nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in dat artikel.


Afdrukken   Email